Domein Verbanden |
|
|
|
|
Notatie A Notatie, taal en betekenis
- Analyseren en interpreteren van informatie uit tabellen, grafische voorstellingen en beschrijvingen
- Veel voorkomende diagrammen en grafieken |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
Informatie uit veel voorkomende tabellen aflezen zoals dienstregeling, lesrooster |
Eenvoudige globale grafieken en diagrammen (beschrijving van een situatie) lezen en interpreteren |
Uit beschrijving in woorden eenvoudig patroon herkennen |
|
Eenvoudige legenda |
|
|
|
|
|
Notatie |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
Legenda |
Trend in gegevens onderkennen |
Grafiek in de betekenis van ‘grafische voorstelling’ |
Assenstelsel |
Staafdiagram, cirkeldiagram |
|
|
|
|
|
Met elkaar in verband brengen
B Met elkaar in verband brengen
- Getallen en getalrelaties
- Structuur en samenhang
. |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
Eenvoudige tabel gebruiken om informatie uit een situatiebeschrijving te ordenen |
Eenvoudige patronen (vanuit situatie) beschrijven in woorden, bijvoorbeeld:
vogels vliegen in V-vorm. “Er komen er steeds 2 bij.” |
Informatie op veel verschillende manieren kan worden geordend en weergegeven |
|
|
|
|
Met elkaar in verband brengen |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
Eenvoudige tabellen en diagrammen opstellen op basis van een beschrijving in woorden |
Conclusies trekken door gegevens uit verschillende informatiebronnen met elkaar in verband te brengen (alleen in eenvoudige gevallen) |
Keuze om informatie te ordenen door middel van tabel, grafiek, diagram |
Globale grafiek tekenen op basis van een beschrijving in woorden, bijvoorbeeld: tijd-afstand grafiek |
|
|
Eenvoudige patronen in rijen getallen en figuren herkennen en voortzetten:
1 – 3 – 5 – 7 - .......
100 – 93 – 86 – 79 – ..... |
|
|
Stippatronen |
|
|
|
Gebruiken
C Gebruiken
- Tabellen, diagrammen en grafiekengebruiken bij het oplossen van problemen
- Rekenvaardigheden gebruiken
. |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
|
-Punten in een assenstelsel plaatsen en coördinaten aflezen (alleen positieve getallen) |
|
Eenvoudig staafdiagram maken op basis van gegevens |
Kwantitatieve informatie uit tabellen en grafieken gebruiken om eenvoudige berekeningen uit te voeren en conclusies te trekken, bijvoorbeeld:
In welk jaar is het aantal auto’s verdubbeld t.o.v. het jaar daarvoor? |
|
|
|
|
|
Gebruiken |
|
Paraat hebben |
Functioneel gebruik |
Weten waarom |
|
|
|
|
|
-Op basis van een grafiek of diagram conclusies trekken over een situatie |
Berekeningen uitvoeren op basis van informatie uit tabellen, grafieken en diagrammen |
Globale grafieken vergelijken, bijvoorbeeld: wie is het eerst bij de finish? |
Op basis van een grafiek of diagram voorspellingen doen over een toekomstige situatie |